Speuren naar milieuactivisten
CICI officieel van start
uit Ravage, 4 februari 2000
Erik Timmerman en Louis Sévèke
Het Centraal Informatie en Coördinatiepunt Infrastructurele Pro jecten, kortweg CICI,
moet voor een periode van tenminste twee jaar informatie verzamelen over het verzet
tegen grote infrastructurele projecten. Het is een samenwerkingsproject van acht
politieregio's en wisselt informatie uit met de BVD. CICI heeft vergaande bevoegdheden
en richt zich bepaald niet alleen op 'radicale' actievoerders. Op 1 januari ging het
coördinatiepunt formeel van start.
Op 15 oktober 1999 verscheen in De Telegraaf een artikel met als titel
'Politieteam bundelt data eco-activisten'. De krant had de hand weten te
leggen op een brief van de korpschefs Van Hoorn (Den Bosch) en Poelert
(Nijmegen) aan hun collega's uit de Raad van Hoofdcommissaris-sen. Van
Hoorn is portefeuillehouder Regionale Inlichtingendienst (RID) van die
Raad. In de brief wordt een pleidooi gehouden voor het opzetten van een
Centraal- Informatie en Coördinatiepunt Infrastructurele Projecten,
kortweg CICI. Dat CICI zou worden opgezet in nauwe samenspraak met de BVD.
Voor OBIV was dit reden voor een rondje bellen in politieland: 'mogen wij
die brief ook'. Het antwoord was 'nee', de brief was vertrouwelijk en blijkbaar
gelekt naar de pers. Dan maar de officiële weg bewandeld. OBIV benaderde
parlementariërs en gemeenteraadsleden met het verzoek vragen te stellen
aan de minister van Binnenlandse Zaken en de burgemeester van Nijmegen.
Buro Jansen & Janssen vroeg, met de Wet openbaarheid van bestuur in
de hand, alsnog de stukken op.
Een snuffelstage in Engeland
Voor een reconstructie van het ontstaan van 'CICI' duiken we in de geschiedenis.
In NN #197, van 17 november 1995, verscheen een artikel onder de titel
'Waaghalzen in boomhutten'. Het is een verslag van twee Nederlandse actievoerders
die, in de zomer van dat jaar, zijn afgereisd naar een actiekamp in Zuid-Wales,
waar geprotesteerd wordt tegen milieuvernietiging door open mijnbouw. In
NN wordt verslag gedaan over het in Zuid-Wales en op andere plekken in
Enge-and gehanteerde concept van Non-Violent Direct Action. Zoals bekend
wordt de NN niet alleen door actievoerders gelezen. De Nijmeegse RID-baas
Herman Oolbekkink leest het verslag ook en schrikt zich een hoedje. Met
name door een verge-lijking die de actievoerders trekken met grote infrastructurele
projecten die in Nederland op stapel staan. Oolbekkink schrijft later:
'En wat nu, vroeg ik me af. De actiedoelen [Betuwelijn, verlenging A73,
Knooppunt Arnhem-Nijmegen - OBIV/J&J] liggen voor een groot deel in
onze regio. Wachten we nu maar af wat er op ons af gaat komen. Of is het
zaak dat wij als politie ons - net als de actievoerders - gaan oriënteren
op wat er ons boven het hoofd hangt'. Oolbekkink koos voor het laatste
en reisde af naar een actiegebied in Engeland, waar geprotesteerd werd
tegen de aanleg van een stuk autoweg. In een verslag in het personeels-blad
van de Nijmeegse politie, Gazet, verhaalt hij over boomhutten, tunnels,
vastgeketende actievoerders én de hoge kosten die het optreden tegen
dergelijke acties met zich meebrengt. Gelukkig, zo stelt Oolbekkink vast,
zijn de Engelse travellers voorlopig nog wel even zoet in eigen land, 'zodat
het niet te verwachten is dat zij de Noordzee zullen oversteken'. Maar,
zo sluit hij zijn reisverslag af: Als het Nederlandse activisten lukt deze
actievormen hier in te voeren en ze er voldoende mensen warm voor krijgen,
dan kan de politie de borst nat maken. Wellicht is de tijd voor de politie
en bestuur rijp om zich eens te bezinnen op dit feno-meen, de actiewereld
gaat ons al voor'.
Het verslag van Oolbekkink verscheen in mei 1996 en leidde tot vragen
van het Groenen-raadslid Danen aan de burgemeester van Nijmegen. Die burgemeester,
toen: 'Er is dus geen sprake van een visie dat nader onderzoek naar de
milieubewegingen noodzakelijk is'. Het reisje van Oolbekkink moest meer
als een snuffelstage in het buitenland gezien worden. De milieubeweging
als zodanig behoorde, volgens de burgemeester, dan ook niet tot de werkvelden
van de RID.
Ondertussen ging Herman Oolbekkink's nieuwe geesteskindje nog even
de ijskast in. Daar kwam het weer uit toen, toen tussen april 1998 en maart
1999, verschillende panden werden gekraakt op het Betuwelijntraject. In
de actielijst, die bij het werkplan voor CICI is gevoegd zijn al die kraakacties
terug te vinden. Hier en daar worden nog bijzonderheden gegeven: De Boze
Wolf is nog steeds in gebruik en er wordt regelmatig vergaderd, een pand
in Vuuren werd door de eigenaar middels een knokploeg ontruimd, in Meteren
is een permanent actiekamp gevestigd.
CICI gelanceerd
Tijdens een vergadering van enkele leden van de Raad van Hoofdcommissarissen,
op 31 maart 1999, wordt dan CICI gelanceerd. Het betreft een Nijmeegs initiatief.
In een brief van 5 juli 1999 van de Nijmeegse korpschef aan de minister
van Binnenlandse Zaken wordt ook deze de nodige vrees aangepraat. In de
brief wordt er op gewezen dat Nederland aan de vooravond staat van enkele
grote infrastructurele werken, waaronder de HSL-lijn, Betuwelijn en de
uitbreiding van Schiphol. Vervolgens wordt een schrikbeeld van verzet geschetst.
Verwezen wordt naar het verzet in Engeland en Japan (!) tegen vergelijkbare
projecten. De projecten zijn zeer omstreden, de actiegroepen zeer actief
en spannen zich zeer in om tot grote verhinderingen te komen. Zij zijn
dan ook zeer goed georganiseerd en hebben zeer effectieve technieken ontwikkeld
om het de uitvoerders zeer moeilijk te maken. In Engeland hebben deze fenomenen
zich tenslotte fors voorgedaan. De actievoerders ketenen zich vast hoog
in bomen, zij graven zich in een ingewikkeld net van ondergrondse gangen.
Hierop zijn veel varianten denkbaar. Deze superlatieven leiden tot een
angstwekkende conclusie voor de Nederlandse situatie: 'Niet alleen is er
werk van actievoerders te verwachten, maar ook van de lokale bevolking.
Preparatie vanuit de politie in het belang van de openbare orde, is dan
ook van groot belang.' En: 'Dit klemt temeer, nu in de politieregio Gelderland-Zuid
zich signalen voordoen, die erop kunnen wijzen dat ook bij de genoemde
infrastructurele werken acties zullen komen. Zo zijn er verschillende woningen
gekraakt op het Betuwetraject door actie-voerders. Zij zijn bezig een goede
relatie op te bouwen met de lokale bevolking en er zijn signalen dat men
aan het graven is' [cursiveringen zijn citaten, onderstrepingen van ons
- OBIV/J&J]. Een geluk bij een ongeluk is nog, aldus de Nijmeegse korpschef,
dat onze grondstructuur zich voor dat laatste minder leent dan die in Engeland.
Aan de op 31 maart gehouden vergadering werd deelgenomen door de korpschefs
van de acht politieregio's, waar één van de grote infrastructurele
werken doorheen gaat: Gelderland-Zuid, Gelderland-Midden, Noord- en Oost-Gelderland
(noordtak Betuwelijn), Zuid-Holland-Zuid, Rotterdam Rijnmond (Betuwelijn),
Kennemerland, Hol-lands-Midden en Midden- en West-Brabant (HSL). Daarnaast
namen deel: de directeur Democratische Rechtsorde van de BVD, drs E. Akerboom,
en een teamleider; de directeur van het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut
Politie (LSOP) i.v.m. ME-training en - last but not least - Herman Oolbekkink,
als deskundige.
Door twee politiemensen uit Engeland werd een presentatie gehouden
met videobeelden. Ook de BVD hield een voordracht: over milieuactivisme
met een visie op de toekomst, speciaal gericht op acties tegen de Betuwelijn.
Tenslotte werd uitvoerig stilgestaan bij het belang van informatie-inwinning
en analyse. De presentaties hadden effect. De vergadering besloot immers
unaniem dat er, gezien de veelheid van regio's en de (inter)nationale organisatiegraad
van de actievoerders, op landelijk niveau actie geboden was. Het initiatief
blijft in Nijmegen, de centrumgemeente van de regiopolitie Gelderland-Zuid.
Vanuit de politie in die stad zal in nauw overleg met de BVD, het ministerie
van Verkeer en Waterstaat en de NS een plan van aanpak gemaakt gaan worden
met als aandachtspunten: het landelijk inwinnen, verzamelen, verwerken,
bewerken en analyseren van relevante informatie en het opzetten van een
coördinatiepunt in de regio Gelderland-Zuid.
Het werkplan
In het werkplan voor CICI wordt vastgesteld dat de opportuniteit van politie/RID-aandacht
voor het verzet tegen de Betuwelijn in de maanden juni tot en met oktober
1999 alleen maar toegenomen is. Zowel de parlementaire discussie over,
als de (buiten)parlementai-re acties tegen die lijn zouden zijn opgelaaid
door het besluit van minister Netelenbos de noordtak te schrappen. De verschillende
politiekorpsen zijn hun samenwerking dan ook al gestart en er is een 'bottom-up
contact' ontstaan met de bouwcombinatie NS-VWS-bouwondernemingen. De actie
die tot een dag stillegging van de bouwwerkzaamheden bij het Sophiatracé
leidde heeft - zo wordt terzijde opgemerkt - volgens de projectleiding
Betuweroute een schade van ƒ 200.000,- opgeleverd.
Nadrukkelijk wordt vervolgens gewezen op een 'toename van het interna-tionale
aspect van de activiteiten van de milieubewegingen'. Men doelt ondermeer
op het aangekondigde verzet door Duitse milieuorganisaties en bewonersgroepen
tegen de aanleg van de Betu-welijn. De al bestaande internationale netwerken
van milieuorganisaties en informatieoverdracht zouden zich intensiveren.
Op initiatief van de Engelse politie wordt dan ook - onder de vlag van
de Europese Unie - 'gewerkt aan de coördinatie van het politiewerk
te dien aanzien'. Ook hier weer vage begrippen die eerder in een verkooppraatje
voor het CICI-plan passen, dan een op feiten gebaseerde analyse vormen.
Dat met het CICI maar een wilde slag in de lucht gedaan wordt blijkt
het duidelijkst uit (de zesde versie van) het werkplan. Dat plan steunt
op begrippen als 'concerngedachte', 'lokketfunctie' en 'publieke en private
actoren' die bedient moeten worden. Ook de politie is inmiddels een moderne
(bedrijfs)-organisatie zullen we maar denken. Erger wordt het waar ondubbelzinnig
gesteld wordt dat de doelstel-lingen 'abstract geformuleerd zijn en naar
hun aard nauwelijks te kwantificeren en te meten.' Dat zou inherent zijn
aan het inlichtingenwerk. Met andere woorden: voor een project als dit,
dat veel geld kost (nog afgezien van wat de politie zelf moet betalen,
heeft Binnenlandse Zaken ruim 750.000,- beschikbaar gesteld) en waarbij
diep wordt ingegrepen op de privacy en andere grondrechten van grote groepen
burgers, moeten we maar vertrou-wen op het Finger-spitzengefühl en
de bange vermoedens van de Nij-meegse RID-chef Oolbek-kink. Hoe Nijmeegs
het hele plan is mag blijken uit de bij het werkplan gevoegde actielijst:
het betreft zo goed als alleen ac-ties in de eigen regio Gelderland-Zuid.
Opvallend is hoe een spoorbezettingsactie van honderd buurtbewoners in
Velp mede aan Groenfront! wordt toege-schreven. Ook figureren activiteiten
van Milieudefensie in de lijst, terwijl zowel de BVD als de poli-tie vaker
heeft gesteld geen belangstelling voor die organisatie te hebben. Tenslotte
is er nog een onbekende sabotage-actie in de lijst te vinden, die nog nooit
is opgeëist. Van die actie is bepaald niet zeker dat die door actievoerders
tegen de Betuwelijn is gepleegd. Het betreft de verwijdering van een printplaat
die wisselverwarming bij een spoorweg-overgang in werking stelt. De actielijst
sluit af met de constatering dat 'bij de RID bekend is geworden' dat er
tunnels worden gegraven onder Betuwelijn-panden. Zo'n omschrijving wordt
over het algemeen gebruikt als het betere inlichtingenwerk is toegepast
en men de bron niet wil prijsgeven.
Zo ingewikkeld had het echter niet gehoeven: het tunnelverhaal heeft
ondermeer in De Gelderlander van 12 november 1999 gestaan. Zo open zijn
de acties van Groenfront! blijkbaar!
Het werkplan suggereert dat er slechts een afstandelijk contact zou
bestaan tussen CICI en de BVD: de informatie-uitwisseling vindt plaats
door een liaisonfunctionaris, die geen onderdeel zal zijn van het CICI.
Echter, alle beoogde medewerkers van CICI zullen die RID functiona-rissen
zijn die ook BVD-werkzaamheden ver-richten. Iedere scheiding tussen BVD-
en politiewerk is dus - als bij de RID-en - een academische. CICI bestaat
uit: een operationele chef (Oolbekkink), een bewerker/analist, een administratief
medewerker en een aantal informatierechercheurs. Die laatsten zullen informatie
gaan vergaren uit open bron-nen, observatie, taps en het runnen van informanten.
Onlangs bleek hoe dat in de prak-tijk kan gaan.
Op zaterdag 20 november jl. werd een jonge vrouw uit een van de Betuwelijn-kraakpanden
benaderd door 'Peter', een medewerker van de Regionale Inlichtingendienst
(RID) van het politiekorps Limburg Noord. De benadering vond plaats met
het oog op het verkrijgen van informatie over acties van de milieu-organisatie
Groenfront!. De RID-er had belangstelling voor wie van Groenfront! deel
uitmaken en wie er in de gekraakte panden op het traject van de Betuwelijn
zitten. Bovendien wilde hij informatie over te verwachten acties rond (de
ontruiming van) die panden. De vrouw heeft geweigerd op de benadering in
te gaan. De RID Limburg-Noord is overigens actief gebleven ten aanzien
van de Betuwelijnpanden. Na de aanhouding van drie vrouwen bij de 'bevrijdingsactie'
van milieuactiviste Gonnus op 8 januari jl., sprak weer een 'Peter' één
van de niet gearresteerde vrouwen in de hal van het politiebureau van Venlo
aan. Hij bleek veel over de aangesproken activiste te weten en ging een
uitgebreid gesprek met haar aan over actievoeren, criminalisering van
actievoerders, geweld en de Betuwelijn-panden. Uiteindelijk bood hij haar
nog een lift aan. Daar ging de activiste niet op in.
Wat nu?
Los van de flinke privacy-schendingen die met werk van CICI gepaard
gaan, lijkt het ons nogal de vraag of hier niet sprake is van de spreekwoorde-lijke
mug en de olifant. Op basis van een excursie van Herman Oolbekkink naar
Engeland wordt een schrikbeeld voor Nederland ge-schetst. Een schrikbeeld
dat niet overeenkomt met de Nederlandse realiteit, maar op basis waarvan
wel een buiten-proportionele onderzoeksinzet wordt gerealiseerd. Buitenproportioneel,
zowel waar het personeel en middelen betreft, als waar het de schending
van grondrechten aangaat. De omvang van het verzet in Nederland is niet
te vergelijken met dat in Engeland. Bijna vier jaar na het bezoek door
Oolbekkink aan Engeland, waar hij honderden actievoerders in touw zag,
draait het bij milieuacties in Nederland nog steeds om enkele tientallen
actievoerders. Daar komt nog bij dat de 'dreiging' die voorgespiegeld wordt
bestaat uit (kraak)acties door Groenfront!. Op het moment dat dit stuk
geschreven wordt, worden alle panden waar het om gaat met ontruiming op
korte termijn ontruimd. Waar zal CICI zich daarna mee bezig gaan houden?
Dat het Oolbekkink c.s. niet alleen om Groenfront! gaat mag blijken
uit het in de actielijst opnemen van de actie van honderd buurtbewoners
in Velp. Een andere aanwijzing voor de ruime 'doel-groep' van CICI is terug
te vin-den in de antwoorden van minister Peper op vragen van het tweede
kamerlid Singh Varma. De minis-ter: 'Graag benadruk ik dat het CICI zich
niet exclusief richt op zogenaamde milieuac-tivisten. Dit begrip is in
ieder geval door het CICI niet gedefinieerd. Zoals gezegd, worden alle
groepen en organisaties die mogelijker-wijs de aanleg van grote infrastructurele
projecten verhinderen of bemoeilijken, betrokken in de activiteiten van
het CICI.' Je zult maar op het Betuwelijntraject wonen en je mond niet
kunnen houden!
Ondanks dat CICI een puur Gelders initiatief is en zich nu met name
richt op activiteiten in die provincie rond de Betuwelijn, kan dat snel
veranderen. Als omwonenden en milieuorgansiaties in andere regio's meer
van zich zullen doen horen rond andere grote infrastructurele projecten
(HSL, Schiphol) dan verhuist CICI even makkelijk mee. Door een goed verkooppraatje
van de regiopolitie Gelderland-Zuid met flitsende presentaties door de
Engelse politie en de BVD, tijdens de vergadering van 31 maart 1999, gevolgd
door een even overtrokken brief naar het ministerie, is Nederland een inlichtingenstructuur
rijker. Als het aan de politie gelegen had, hadden we daar ook nooit iets
van geweten: de Poelert/Van Hoorn-brief had geheim moeten blijven.
Louis Sévèke (OBIV)
Erik Timmerman (Buro Jansen & Janssen)
Bevoegdheden
CICI is een samenwerking van verschillende politiekorpsen.
Het werk wordt verzet door RID-medewerkers. Die RID-ers hebben een dubbele
taakstelling. Het zijn politiemensen en doen ten behoeve van het regionale
openbare orde beleid onderzoek onder verantwoor-delijkheid van de burgemeester.
Dat is een politietaak. Daarnaast zijn RID-ers in de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten (Wiv) aangewezen om werkzaamheden te verrichten
voor de Binnen-landse Veiligheidsdienst (BVD). Die werkzaamheden worden
onder verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken verricht.
Als BVD-er hebben de RID-medewerkers andere (verdergaande) bevoegdheden
dan als politiemens. Formeel dienen de gegevens die vastgelegd worden binnen
de BVD-taak strikt gescheiden te worden van gegevens die verzameld worden
binnen de openbare orde taak. Dat die scheiding niet bestaat kan iedereen
inzien: dezelfde men-sen verzamelen onder één leiding in
en vanuit één kantoor, vanuit vaak dezelfde bronnen vergelijkbare
informatie op twee taakterreinen. Die informatie loopt dus vanzelfsprekend
door el-kaar heen. De uitwisseling met de BVD van deze toch al vermengde
informatie loopt bij CICI dus via een externe liaisonfunctionaris.
Het is de politietak van de RID verboden geheime onderzoeksactiviteiten
(observatie, afluisteren, het runnen van informanten) te ontplooi-en, als
middels die activiteiten (te) privacy-gevoelige informatie wordt verzameld.
Een informant/agent mag wel gegevens verzamelen over acties of groepen
en de deelnemers daaraan. Er mag echter niet te diep gespit worden in het
privé-leven van die deelnemers. Dat gebeurt echter nogal snel als
je agenten probeert te werven in de meest privacy-gevoelige sfeer: huisgenoten
van bijvoorbeeld Groenfront!-actievoerders.