Gemeente Nijmegen
Directie Bestuur & Organisatie
Bestuursondersteuning
Kabinet & Veiligheid
Aan de leden van de fracties van
GroenLinks en de Stadspartij Leefbaar Nijmegen
Datum: 22-12-1999
Onderwerp: Werkzaamheden Regionale Inlichtingendienst
Geachte fractieleden,
Onlangs richtte u zich tot mij met een aantal vragen over het opzetten van een databank met betrekking tot milieu activisten (CICI). De door u gestelde vragen richten zich enerzijds op de taken en werkzaamheden van de Regionale Inlichtingendienst, en de juridische inbedding daarvan, anderzijds hebben uw vragen betrekking op de verdeling van capaciteit binnen de politieorganisatie.
Capaciteitsvraagstukken liggen binnen mijn rol als korpsbeheerder. Dit betreft een beheersmatige aangelegenheid waarover in het Regionaal College overleg plaatsvindt. De verzameling en het gebruik van openbare orde-informatie vinden plaats onder verantwoordelijkheid van de burgemeester. De politie wint informatie in om beslissingen van de burgemeester ter handhaving van de openbare orde te onderbouwen.
Met de verzameling van informatie is binnen het politiekorps de Regionale Inlichtingendienst belast. De taak van de Regionale Inlichtingendienst bestaat uit het scannen van ontwikkelingen die mogelijk leiden tot verstoringen van de openbare orde. Om deze taak naar behoren te kunnen uitoefenen is een goede informatiepositie noodzakelijk. Deze informatiepositie wordt in de regel opgebouwd door middel van het verzamelen van informatie via open bronnen zoals kranten, overige media en Internet, uit politiebestanden en middels gesprekken. Dit geschiedt vanzelfsprekend binnen de daarvoor geldende wettelijke grenzen zoals onder andere gesteld in artikel 2 van de Politiewet. Deze informatieverzameling, onder mijn verantwoordelijkheid als burgemeester, maakt geen inbreuk op de privacy van personen.
Het moge duidelijk zijn dat de milieubeweging als zodanig, of andere organisaties of personen die op wettige wijze hun doelstellingen nastreven, geen object van informatieverzameling zijn. Dit zou leiden tot een verkeerde beeldvorming rondom deze groeperingen, hetgeen mij onwenselijk voorkomt. De werkzaamheden van de Regionale Inlichtingendienst richten zich niet op geëtiketteerde groepen in de samenleving, maar op individuen die zich feitelijk met openbare orde verstoringen bezig houden. Wanneer deze individuen vervolgens zelf aangeven bepaalde acties te gaan ondernemen die kunnen gaan leiden tot verstoringen van de openbare orde, kunnen zij onderwerp van informatieverzameling worden. Mocht deze informatieverzameling leiden tot feitelijke ordehandhaving mijnerzijds, hetgeen op dit moment niet aan de orde is, dan leg ik vanzelfsprekend daarover aan de gemeenteraad verantwoording af.
Als korpsbeheerder draag ik de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat het politieapparaat adequaat toegerust is op haar taak, waaronder ook het verzamelen van informatie. Dit heeft alles te maken met de professionaliteit van de politie. De capaciteitsinzet en behoeve van de informatieverzameling wordt met name door de samenwerking tussen verschillende politieregio's beperkt gehouden. Als korpsbeheerder zie ik dat als een positieve ontwikkeling. Daarnaast kan een goede informatieinwinning een preventief politie-optreden mogelijk maken zodat (de ernst en omvang van) openbare orde verstoringen beperkt kunnen worden gehouden. Verzameling van informatie kan leiden tot een meer gerichte sturing van politie-inzet, welk de effectiviteit en efficiëntie van het politieoptreden bevordert.
Wellicht ten overvloede wijs ik u op de door mij eerder, in het VPROradioprogramma Argos, naar buiten gebrachte stellingname ten aanzien van dit onderwerp. Daarnaast attendeer ik u op de door leden van de SP en GroenLinks gestelde Kamervragen met betrekking tot ditzelfde item. Een afschrift van de beantwoording hiervan is bij deze brief gevoegd.
Hoogachtend, de Burgemeester van Nijmegen,
mr. E.M. d'Hondt